Poedersuiker, ook bekend als banketbakkerssuiker, is een suikersoort die bestaat uit zeer fijne deeltjes. Sommige soorten suiker met kleine deeltjes, zoals ricinus suiker, zijn kristalsuiker die van nature zeer fijnkorrelig is. Poedersuiker, aan de andere kant, is gewone witte kristalsuiker die tot een zeer fijn, bijna stofachtig poeder is geplet. Het bevat ook een kleine hoeveelheid maizena om klonteren en uitharden te voorkomen. Als deze maïszetmeel echter niet goed werkt, moet je misschien je poedersuiker verzachten voordat je hem kunt gebruiken. Poedersuiker moet zacht en donzig zijn, niet hard of klonterig.
Stap 1
Zet de poedersuiker in een grote mengkom. Gebruik een grote lepel om het in kleinere stukjes te breken en verzacht het zo veel mogelijk. <> Stap 2
Plaats de stukjes en eventueel poeder uit de kom in een bloemzeef. Houd de zeef boven een container waarin u de suiker wilt vangen.
Stap 3
Draai aan de zwengel op de bloemzeef. Dit zou de kleine klontjes poedersuiker moeten breken, waardoor perfecte poedersuiker uit de bodem van de zeef valt. Blijf de kruk draaien totdat alle suiker is teruggekeerd naar zijn oorspronkelijke poedervorm.